Blog

Discriminatoir proeftijdontslag – ontslag verband houdend met ziekte

Tijdens deze eerste column van 2023 bespreek ik een interessante uitspraak van de Rechtbank Limburg van 25 oktober 2022. Het betreft, zoals wel vaker, wel een treurige situatie.

Casus
De werkneemster is op 30 maart 2022 een arbeidsovereenkomst aangegaan met werkgever voor de duur van 1 jaar met als startdatum 1 mei 2022. Werkneemster was voorheen werkzaam voor onbepaalde tijd bij een andere werkgever en had dit arbeidscontract opgezegd per 31 maart 2022.

Werkneemster heeft zich op 7 maart 2022 ziekgemeld bij de voormalige werkgever en is op 12 april 2022 (dus na het tekenen van de arbeidsovereenkomst met de nieuwe werkgever) geconstateerd met een ernstige vorm van longkanker. De echtgenoot van werkneemster heeft vervolgens meermaals contact met de nieuwe werkgever om de situatie toe te lichten.

De nieuwe werkgever zegt op 28 april 2022 de arbeidsovereenkomst op tijdens de proeftijd met als toelichting: “De huidige situatie staat ons helaas niet toe een andere beslissing te nemen.”

Procedure
De werkneemster spant een procedure aan en stelt zich op het standpunt dat de werkgever in strijd heeft gehandeld met de Wet gelijke behandeling handicap of chronische ziekte, omdat werkgever de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd i.v.m. de ziekte van werkneemster. Zij vordert een billijke vergoeding van € 57.000,00 bruto en € 5.000,00 netto, te verhogen met eventuele pensioenschade en rente. Hierbij sluit werkneemster aan bij de duur van de wachttijd (104 weken).

Werkgever stelt zich op het standpunt dat het ontslag geen verband hield met de ziekte, maar het gevolg was van een organisatie. Zij stelt dat in april 2022 een organisatie is aangekondigd en dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst het gevolg van een personeelsstop was. Er is gelet hierop geen grondslag voor de billijke vergoeding.

De kantonrechter moest zich buigen over de vraag of werkgever in strijd had gehandeld met de Wet gelijke behandeling handicap of chronische ziekte?

De kantonrechter overwoog dat dit het geval was. Tussen partijen stond vast dat er telefonisch contact is geweest en dat diagnose met werkgever is gedeeld. De werkneemster betwist dat er tijdens deze gesprekken is gesproken over een bedrijfseconomische slechte positie. Dit benoemt werkgever ook niet in de opzeggingsbrief. Werkgever stelt dat in de brief oorspronkelijk wel een passage hierover was opgenomen, maar dat toch gekozen is om dit te verwijderen zodat er geen onrust zou ontstaan. Dit standpunt mist volgens de kantonrechter onderbouwing. De werkgever heeft geen gegevens in het geding gebracht waaruit de personeelsstop blijkt, dan wel dat er liquiditeitsproblemen zouden zijn. Het bewijsaanbod van werkgever wordt afgewezen, omdat zij al 3 maanden de tijd heeft gehad om stukken in te dienen.

De kantonrechter geeft aan niet anders te kunnen dan te concluderen dat de opzegging verband houdt met de ziekte. Hierdoor heeft de werkgever in strijd gehandeld met de wet gelijke behandeling en is er sprake van een onrechtmatige opzegging. Een opzegging in strijd met deze regels wordt een werkgever streng aangerekend.

De kantonrechter kiest er wel voor om de billijke vergoeding te matigen. Het stond immers niet vast dat het jaarcontract na de duur van 1 jaar nogmaals verlengd zou worden. De billijke vergoeding wordt afgerond op een bedrag € 33.000,00 bruto. De kantonrechter sluit aan bij 1 jaarsalaris, inclusief vakantietoeslag, eindejaarsuitkering en transitievergoeding. De pensioenschade is niet onderbouwd door werknemer en wordt derhalve buiten beschouwing gelaten.

Conclusie
Wat kan in de praktijk geleerd worden van deze uitspraak? Ten eerste dat discriminatie op de werkvloer streng wordt bestraft. Ten tweede dat een proeftijdontslag, dan wel het niet verlengen van een arbeidsovereenkomst tijdens ziekte weliswaar mogelijk is, maar dat het ontslag c.q. de niet verlenging écht geen verband mag houden met de ziekte (en deze indruk ook zeker niet mag wekken). Let dus ook goed op de formulering van een opzeg c.q. niet-verlengingsbrief.

Vragen over dit onderwerp? Neem contact op via info@beckers-juridischadvies.nl of 06-49841985.