Het is, zeker sinds de covid-pandemie, geëxplodeerd: platformarbeid. Platformarbeid is een taxirit met de Uber chauffeur of een pizza in ontvangst nemen van de Deliveroo-bezorger. Deze platformbedrijven zien zichzelf niet als werkgever, maar klopt dit wel?
Deliveroo en Uber bieden aan de arbeiders geen arbeidsovereenkomst meer aan, maar een overeenkomst van opdracht. Betaling vindt plaats per dienstverlening en op basis van facturering.
Eind 2021 zijn er een aantal uitspraken gewezen waarin de vraag beantwoord is of de rechtsverhouding bij Deliveroo en Uber aan te merken is als een arbeidsovereenkomst en/of de CAO ook op deze arbeiders van toepassing is. De kenmerken van een arbeidsovereenkomst zijn kortgezegd arbeid, loon en gezag. Zijn deze kenmerken bij Deliveroo en Uber aanwezig?
Deliveroo
Deliveroo stelt zich op het standpunt dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst, aangezien de bezorgers veel vrijheid hebben om wel/ geen werk te verrichten. De bezorger kan inloggen in een systeem en aangeven wanneer hij/zij beschikbaar is. Vervolgens kan de bezorger een bestelling weigeren. Het Hof oordeelt dat er weliswaar sprake is van vrijheid en dat dit kan duiden op de afwezigheid van een arbeidsovereenkomst, maar naar het oordeel van het Hof is het niet van dien aard dat de kwalificatie van arbeidsovereenkomst onverenigbaar is. Verder is van belang dat bezorgers niet zelf factureren en 2/3 van hen is niet BTW-plichtig en dus geen ondernemer. Daarnaast overwoog het Hof dat er sprake is van een gezagsrelatie, want er is sprake van gewone bedrijfsarbeid, steeds eenzijdige wijziging overeenkomsten en werkwijze, het algoritme monitort GPS-locatie van bezorgers, toekennen bonussen, eenzijdig vastgesteld betaalmodel. Tot slot stelde Deliveroo dat de bezorgers slechts in een verwaarloosbare omvang werken (korte duur). Dit is niet gebleken voor het Hof: er was een gemiddelde van 4 maanden. Het Hof oordeelde in haar 2e uitspraak van 21 december 2021 dat de CAO Beroepsgoederenvervoer van toepassing was voor de bezorgers.
Uber
FNV had deze procedure aangespannen. Hierdoor werd niet naar 1 specifieke overeenkomst gekeken, maar naar de algemene kenmerken van de rechtsverhouding tussen de chauffeurs en Uber.
Dat de chauffeurs arbeid voor Uber verrichten, lijdt geen twijfel. Zij vervoeren via de Uberapp passagiers voor Uber. Er is ook sprake van loon: Uber ontvangt na de rit de ritprijs en betaalt de chauffeur deze minus de servicekosten uit. De ritprijs vormt de beloning voor het vervoer van die passagiers (de arbeid van de chauffeurs). Er is bovendien sprake van een gezagsverhouding: Uber bepaalt eenzijdig de (arbeids)voorwaarden, Uber kan de instellingen van de app wijzigen en het algoritme van de Uberapp bepaalt vervolgens op welke wijze de ritten worden verdeeld en welke prioriteiten daarbij worden gesteld. Daarnaast hebben de chauffeurs geen invloed op de ritprijzen. Tot slot worden de chauffeurs ook via de app beoordeeld en krijgen ze een rating. Een lage rating kan leiden tot minder ritten en zelfs verwijdering van de Uberapp. Concluderend wordt aan de hand van eerdergenoemd toetsingskader vastgesteld dat partijen slechts “op papier” zijn overeengekomen dat de chauffeurs als zelfstandig ondernemer werkzaam zijn. De chauffeurs vallen derhalve ook onder de werking van de CAO Taxivervoer.
Zoals uit voorgaande blijkt is het enkel hanteren van een overeenkomst van opdracht onvoldoende. Het gaat erom dat de feitelijke situatie overeenstemt met die overeenkomst van opdracht (met name: geen gezagsverhouding).
Meer vragen over dit onderwerp of hoe je wel op goede manier zelfstandigen kunt inhuren? Neem contact op via 06 498 41 985 of info@beckers-juridischadvies.nl