Een werknemer heeft natuurlijk recht op vakantiedagen. De opname van deze vakantie wordt door werkgever vastgesteld conform wensen van een werknemer. Dit kan anders zijn als de werkgever gewichtige redenen heeft die zich tegen de vakantie verzetten. Binnen 2 weken dient de werkgever zijn beslissing schriftelijk kenbaar te maken aan een werknemer. Wanneer de vakantie goedgekeurd is, mag de werknemer ervan uitgaan dat hij/ zij vakantie heeft.
Ondanks een goedkeuring kan er toch sprake zijn van een geschil over de omvang en periode van het verlof. In augustus speelde een dergelijk geschil zich af bij de rechtbank Noord-Holland.
De werkneemster was per april 2019 in dienst voor onbepaalde tijd bij een luchtvaartmaatschappij. In kader van haar studie wilde de werkneemster een tussentijds uitwisseling van september-december 2023 in Canada. Daarom vraagt werknemer op 5 mei 2023 vrij voor deze “career break” voor de periode okt-dec 2023. Voor september 2023 had ze al vrij gekregen.
In dit geval was de cao-regeling van werkgever van toepassing. Hier staat in dat een werknemer onbetaald verlof kan aanvragen voor een “career break”. De periode van dit verlof dient te liggen tussen oktober t/m maart en goedkeuring is ter discretie van werkgever. Later die maand (na aanvraag werkneemster) kondigt de vakbond aan: periode career break wordt 1 november 2023 tot en met 1 januari 2024. Werkgever geeft dit ook zo door aan de werknemer. Werknemer zou voor oktober 2023 geen vrij krijgen.
De werknemer spant een kort geding aan en vordert de eerder toegekende vakantie voor september 2023 en vraagt om onbetaald verlof in periode van oktober 2023 tot en met december 2023. Zij stelt dat werkgever de vakantiedagen al had toegekend en dat werkgever niet 7 maanden later had mogen vragen dat zij deze vakantie weer inleverde. Bovendien vergroot de deelname aan de uitwisselingsstudie in Canada de kans voor werkneemster op een onderzoeksmaster aanzienlijk.
De werkgever stelt dat de werkneemster wist of had moeten weten dat zij geen recht had op vakantiedagen in sep 2023 toen haar part time aanstelling was bevestigd in feb 2022. Over de maand oktober stelt de werkgever dat zij een discretionaire bevoegdheid heeft om een career break toe te wijzen. Werkgever stelt dat er in oktober 2023 geen ruimte is in het rooster door drukte.
De kantonrechter oordeelt dat een werknemer op het moment dat zij de uitwisseling plande er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat zij in de maand september vrij zou krijgen. Als de werkgever niet binnen 2 weken gewichtige reden aandraagt (na aanvraag verlof), dan is het verlof vastgesteld conform wensen van een werknemer. In deze staat vast dat werkgever deze vakantiedagen had goedgekeurd. Pas 6 weken voor het verlof heeft werkgever de werknemer geïnformeerd dat het toch niet akkoord was.
Voor de maand oktober 2023 stelt de kantonrechter dat gekeken moet worden naar de CAO regeling. In deze CAO staat dat er een belangenafweging moet plaatsvinden. Deze belangenafweging valt volgens de rechter uit in voordeel een werknemer. Er is meer dan voldoende bezetting in oktober 2023 en de luchtvaartmaatschappij heeft werkneemster niet aangemoedigd terughoudend te zijn in bewerkstelliging van het uitwisselingsprogramma waar ze zich voor heeft aangemeld. De vorderingen van werkneemster werden toegewezen.
Kortom: de werkgever moet binnen 2 weken bezwaar maken op aangevraagde vakantiedagen en dit schriftelijk doorgeven. Daarnaast dient bij een discretionaire bevoegdheid een belangenafweging worden gemaakt. Hierbij dient de werkgever duidelijk aan te geven waarom zijn belang zwaarder weegt dan dat van werknemer.
Vragen over dit onderwerp? Neem contact op via info@beckers-juridischadvies.nl