Blog

Tegels leggen – vriendendienst of opdracht?

Begin dit jaar oordeelde de kantonrechter over de situatie waarbij de eisende partij tegels had gelegd in de tuin van gedaagde en hiervoor vervolgens een factuur stuurde. Eiser stelde zich op het standpunt dat er een opdracht was verstrekt en gedaagde gaf aan dat er sprake was van een (gratis) vriendendienst.

Deze zaak gaat dus om de vraag of (en zo ja, welk bedrag) moet worden betaald voor de door de eiser verrichte werkzaamheden.

Feiten
In april 2020 heeft eiser tegels gelegd bij de andere partij in de tuin. Vervolgens heeft hij een factuur gestuurd voor € 4.061,50. Hij stelt dat er sprake was van een overeenkomst van opdracht, de gedaagde partij stelt dat zulks niet het geval is.

Oordeel kantonrechter
Of er sprake is van een overeenkomst van opdracht of een vriendendienst hangt af van de bedoeling van partijen en van wat partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars gedragingen en verklaring hebben afgeleid en ook mogen afleiden. De eisende partij heeft de bewijslast, omdat hij stelt dat er sprake is van een overeenkomst van opdracht.

Eiser heeft zijn standpunt onvoldoende aangetoond en onderbouwd. Hij stelt alleen maar dat hij werkzaamheden voor heeft uitgevoerd en opgeleverd en dat de andere partij daarom de factuur van € 4.061,50 moet betalen. Daarbij zijn verdere details niet gesteld of onderbouwd. Op zitting werd opeens aangegeven dat het begon als een vriendendienst en dat hierbij een totaalprijs van € 1.500 is afgesproken. Ook deze stelling wordt niet onderbouwd. De andere partij stelt – kortgezegd – dat er sprake was van een vriendendienst waarvoor niet betaald hoefde te worden.

De kantonrechter achtte het van belang dat partijen destijds vrienden van elkaar waren. Daarnaast had de partner van gedaagde partij verklaard dat de eiser op de vraag wat hij voor het leggen van de tuin wilde hebben zei “nee komt wel goed. Als je erbij bent om te helpen en eten en drinken aanwezig is komt het goed (…)”. Deze omstandigheden wijzen volgens de kantonrechter dus op een vriendendienst of werkzaamheden niet tegen betaling.

Daar komt bij dat op de zitting is erkend dat het laatste stukje nog moest gebeuren en dat gedaagde, omdat hij eiser telefonisch blokkeerde, ‘dan alles moet betalen’. Dit impliceert dat er vooraf geen betaling is afgesproken of bedoeld en dat de eiser achteraf toch betaling wil ontvangen. Dit is in lijn met de volgende tekst op de factuur: “90 m2 tegels leggen op de bon de rest krijg je cadeau” en “Er zijn foto van dus als het moet schuif ik het door naar een incasso jurist.” Met name de laatste vermelding valt op en ondersteunt het verweer van gedaagde partij dat de factuur achteraf is opgesteld omdat de eiser zich in de steek gelaten of misbruikt voelde. Eiser lijkt dat op de zitting ook gedeeltelijk te bevestigen. Hij heeft daar namelijk verklaard: “Omdat hij mij negeerde, dan maak ik een gewone factuur op. Die € 1.500,00 was een vriendendienst.”

Ook de WhatsAppberichten ondersteunen het verweer van gedaagde partij. De eiser heeft bijvoorbeeld geappt: “Je hebt me vaak misbruikt je gaat betalen al is het met…” en “je moet betalen dat is er en verder ken ik je niet meer”. En in reactie op de app van gedaagde dat het een cadeau was en hij nu een factuur stuurt, heeft eiser geappt: “Je voortuin ja. Achter en steeg ga je gewoon betalen” en “Of moet ik de Seat er nog bij zette. Je zou ook wat geven heb je ook niet gedaan. Dus dit is de weg en niet anders.” Deze teksten ondersteunen het verweer van [gedaagde] dat eiser zich misbruikt voelt en daarom achteraf toch betaling voor het werk wil ontvangen. Maar dat dit is afgesproken, partijen dit bedoeld hebben of eiser dit mocht verwachten blijkt niet uit het dossier.
De kantonrechter oordeelt dat een overeenkomst van opdracht (aanneming van werk) niet is komen vast te staan, zodat gedaagde de door eiser gestuurde factuur niet hoeft te voldoen.

Vragen over deze uitspraak en/of andere vragen? Neem contact op via info@beckers-juridischadvies.nl of 0649841985.