Het gaat in deze zaak om de vraag of een bedrijf onder de pensioenregeling van de bedrijfstak Bouwnijverheid valt. Valt het bedrijf onder werkingssfeer van deze regeling? Dan is het bedrijf verplicht aangesloten bij het pensioenfonds. Dat wordt mede bepaald vanwege pensioenzekerheid van werknemers. Ook als premies namelijk niet worden betaald door werkgever is het pensioenfonds verplicht om de werknemer na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd pensioen uit te keren.
Of een bedrijf wel/ niet onder de werkingssfeer valt, wordt bepaald door de uitleg van de regeling aan de hand van de cao-norm, omdat werkgever en werknemer geen partij zijn bij deze regeling. Met de cao-norm wordt gedoeld op een objectieve uitleg van documenten. Deze uitleg richt zich niet allen op de tekst van het document, maar kan ook naar andere factoren wijzen mits deze objectief zijn vast te stellen.
Over de vraag of een bedrijf wel/ niet onder de werkingssfeer van de pensioenregeling viel werd geprocedeerd.
Volgens het Hof moest formulering die in bedrijfstak pensioenregeling ter duiding van de werkingssfeer wordt gebruikt zodanig zijn, zodat voor gemiddelde werkgever duidelijk is of redelijkerwijze moet zijn dat zijn bedrijfsactiviteiten vallen onder werkingssfeer daarvan. Daar was volgens het Hof geen sprake van. Dit brengt volgens het Hof mee dat onderneming niet onder de werkingssfeer valt.
Het pensioenfonds gaat in cassatie en betoogt dat ook in gevallen van onduidelijkheid uitleg moet plaatsvinden aan de hand van de cao-norm (dus niet enkel een tekstuele uitleg). De Hoge Raad oordeelt dat een cao-norm uitleg ook moet plaatsvinden als bewoordingen waarmee de werkingssfeer is omschreven onduidelijk zijn.
Het Hof kan volgens de Hoge Raad niet volstaan met de constatering dat de tekst onvoldoende duidelijk is en alleen op die grond oordelen dat bepaalde bedrijfsactiviteiten niet onder de werkingssfeer bepaling vallen. Ook dan moet er een uitleg a.h.v. objectieve maatstaven plaatsvinden waarbij onder meer acht geslagen kan worden op de elders in de regeling gebruikte bewoordingen, op de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de interpretatie zou kunnen leiden, op eventuele eerdere en latere versies van de regeling en op een eventuele schriftelijke toelichting op regeling. Het Hof had de onduidelijke werkingssfeer bepaling dus toch moeten uitleggen a.h.v. objectieve maatstaven (cao-norm).
Een technisch, maar wel belangrijke uitspraak. Als werkgever kun je dus niet te eenvoudig volstaan met de stelling dat het bedrijf wel/ niet onder (bv) een pensioenregeling valt omdat de tekst niet helemaal duidelijk is. Er moet in dat geval ook naar andere objectieve omstandigheden gekeken worden.
Vragen over de toepasselijkheid van een cao of pensioenregeling? Neem dan contact op via info@beckers-juridischadvies.nl of 06 498 41 985.