Blog

Opzegging overige bedrijfsruimte zorgt niet altijd voor een leeg bedrijfspand

Binnen het huurrecht zijn er verschillende regimes: woonruimte, winkelruimte en bv. ook overige bedrijfsruimte (7:230a BW).

Ten aanzien van de overige bedrijfsruimte gelden er geen strikte wettelijke regels. De duur, de opzegtermijn en opzegformaliteiten komen partijen zelf overeen in de huurovereenkomst. Maar wat als de verhuurder (met in acht name van de gemaakte afspraken opzegt), wat kun je dan als huurder nog doen?

De huurder kan dan een beroep doen op de ontruimingsbescherming. Per verzoekschrift vraagt de huurder dan aan de kantonrechter om verlenging c.q. schorsing van de ontruimingstermijn. Het verzoekschrift moet binnen 2 maanden na de einddatum worden ingediend bij de kantonrechter. Hoe ziet het verzoekschrift eruit?

  • Huurder toelichten dat door verhuurder is opgezegd én dat ontruiming is aangezegd.
  • Aantonen dat het verzoekschrift tijdig is ingediend.
  • Verzoeken om de ontruimingsbescherming toe te kennen voor maximale periode van 1 jaar. Huurder moet hierbij toelichten waarom 1 jaar extra nodig is.
  • Ook het recht voorbehouden om nog tot maximaal 2x een extra verzoek in te dienen (in totaal kan er dus voor 3x 1 jaar verlenging worden verzocht)

De achtergrond is dat bij een winkelruimte of 290 BW ruimte, dat er dan een wettelijke termijn van 5+5 jaar is. In die periode kan de huurder zijn investeringen terugverdienen. Voor 230a ruimte geldt dat er minder investeringen nodig zijn: de wetgever is er althans van uitgegaan dat minder investeringen nodig zijn. Dit is ook de reden waarom er minder bescherming is. Echter, ook bij een overige bedrijfsruimte kan het zijn dat een huurder een extra periode nodig heeft om te verhuizen. Als huurder moet je dan wel toelichten dat er bv. investeringen zijn gedaan, dat een extra jaar is, maar dat je op zoek bent naar ruimte.

Als een huurder serieus actie(s) onderneemt, dan kan de rechter de ontruimingstermijn 3x 1 jaar verlengen. De verlenging doet overigens niets af aan de opzegging. De huurovereenkomst is geëindigd, maar de huurder hoeft dan (nog) niet te ontruimen. Gedurende de verlengde ontruimingstermijn moet de huurder een vergoeding betalen voor het gebruik van de ruimte. De rechter zal in de procedure een redelijke vergoeding vaststellen. Dit zou dus ook een hoger bedrag kunnen zijn dan de huur. Dit is afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

Word jij geconfronteerd met een verzoekschrift tot schorsing van de ontruiming? Of wil jij als huurder zelf een beroep doen op de ontruimingsbescherming? Neem dan contact op via info@beckers-juridischadvies.nl of 0649841985.